Geen enkele garantie
7 november 2022
 

Bij een 54-jarige man wordt een neurofibroom bij het ruggenmerg ontdekt ter grootte van een golfballetje. Er wordt besloten het gezwel in de gaten te houden.

I n de jaren daaropvolgend wordt er een aantal keer een MRI-scan genomen. De fibroom is dan verder gegroeid tot 4 a 5 centimeter, lijkend in omvang op een tennisbal. Na het verstrijken van 6 jaar wordt er druk tussen artsen heen en weer gepraat. Het duurt lang voordat de chirurg zei dat het gezwel eruit gehaald moest worden. Aangezien het gezwel tussen het longvlies en een ruggenwervel is gegroeid moet de operatie worden verricht door een longarts en een neurochirurg.

Samenwerking

Het is een technisch ingewikkelde operatie.Tijdens de operatie ligt de man op zijn rechterzij. Zijn linkerlong wordt met opzet ingeklapt, zodat de artsen bij de woekering kunnen komen. Bij het ruggenmerg vormde het gezwel een soort omhulsel, waarbij er nog een stukje zenuw zichtbaar en uitstak. Door het gezwel in een zakje te doen en er stukjes van te maken, kon het met zakje en al, via gaatjes die onder zijn linkerborst waren gemaakt, uit het lichaam van de patiënt worden getrokken. De neurochirurg deed het laatste knipje in zenuw en de verdere verrichtingen van de operatie werden door de longarts uitgevoerd. Een mooi staaltje van samenwerking.

Intensive care

De patiënt verblijft na de operatie één nacht op de Intensive Care (IC). Dat was volgens hem niet nodig. Maar hij had wel een slechte nacht. De man kon niet plassen en niet slapen. Hij vertelt dat hij werd vertroeteld op de IC. Er waren op dat moment maar twee patiënten aanwezig en hij had een grote kamer voor hem alleen. Dat was even wennen toen hij de volgende dag naar de afdeling chirurgie ging. De man zegt hij het daar als een chaos ervoer. Hij verbleef samen met drie andere patiënten in een smalle kleine kamer. Er kon maar aan één kant van zijn bed iemand langs. Het gordijn kon wel dicht, maar daar was alles mee gezegd. Hij had weinig contact met andere patiënten en was blij dat ik hij na drie nachten weg kon.

Bezorgde verpleegkundige

Als pijnstillers had de patiënt Tramadol indien nodig en paracetamol voorgeschreven gekregen. Er kwam een verpleegkundige van de IC naar de verpleegafdeling om tegen de man te zeggen, dat het belangrijk was dat hij zijn pijnstillers in moest nemen. En bovenal goed diep moest blijven inademen, anders zou hij kans lopen op een longontsteking. Hij voelde zich in goede handen, want ook de chirurg kwam een keer langs. Ook als hij belde kwam er een verpleegkundige. De man zegt dat hij de ontvangen zorg op de IC het cijfer 9,5 geeft en op de afdeling Chirurgie een 6.

Geen nazorg

De fysiotherapeut kwam ook langs op de afdeling. Er was afgesproken dat de fysiotherapeut de dag daarna zou terugkomen om extra oefeningen te doen. Oefeningen voor de longen, ademhalingsoefeningen. De fysiotherapeut heeft zich niet aan deze toezegging gehouden en de man werd uit het ziekenhuis ontslagen met minimale oefeningen. Thuisgekomen realiseerde de man dat hij dat had gemist. Nadat de man een paar dagen thuis wil hij even naar buiten. Het werd een kort ommetje, hij kon de kleine straat, waarin hij woont, niet eens uitlopen. Hij bemerkte dat zijn conditie sterk achteruit was gegaan.

Meegevertje

De operatie die deze man onderging is met de grootste zorgvuldigheid gepland, voorbereid en uitgevoerd. Een niet alledaagse ingreep, die dankzij vakmanschap van de artsen goed is verlopen. De artsen en verpleegkundigen zijn allen betrokken bij de zorg en het welzijn van de man. Een verpleegkundige van de IC komt zelfs speciaal naar de patiënt toe om zich ervan te vergewissen, dat de man zijn medicatie inneemt en de gegeven adviezen goed opvolgt. Het doet afbreuk aan de kwaliteit van zorg, dat de fysiotherapeut zijn afspraken niet nakomt. Heeft de fysiotherapeut zich gerealiseerd dat hij in gebreke is gebleven?

En wie bewaakt de ontslagprocedure? Als nadat de patiënt met ontslag is gegaan geconstateerd wordt, dat de nazorg ‘vergeten’ is, is er altijd een mogelijkheid tot telefonisch contact. Daarmee kunnen de oefeningen niet persoonlijk worden voorgedaan en geoefend, maar kan er wel een overdracht over worden gehouden naar de patiënt toe. En ook van belang; de patiënt krijgt het idee, dat er wel degelijk nog aan hem wordt gedacht. De achtergebleven nazorg wordt daarmee niet hersteld, maar het contact over de oefeningen op een later moment geven de patiënt kans om beter te herstellen. Bovendien kan er met de opname van de nazorg in het behandelschema voor een volgende patiënt die een soortgelijke operatie ondergaat, voorkomen worden dat die ook verstookt blijft van de nazorg. Nu zat de man thuis ook nog bij te komen van zijn eerste stapjes na de operatie.