Zelf het wiel uitvinden?
7 november 2022
Systeemfout?
7 november 2022
 

In 2011 bevalt een 34-jarige vrouw van haar tweede kind in het ziekenhuis. Haar eerste zwangerschap eindigde in een keizersnede door een stuitligging van het kind, waardoor deze bevalling verplicht in het ziekenhuis moest plaatsvinden.

O p een zondagochtend om 8.00 uur belt de vrouw naar het betreffende ziekenhuis met de mededeling, dat zij bloedverlies heeft. Ook heeft zij die ochtend thuis haar ontbijt uitgespuugd. De vrouw mag naar het ziekenhuis komen, waar er 1 cm ontsluiting wordt geconstateerd. In het begin verliep de bevalling en de zorg rondom de vrouw en haar ongeboren kind goed. De gynaecoloog en de verpleegkundige waren aanwezig. Maar rond lunchtijd verandert dit als zij beiden afwezig zijn. De vrouw krijgt op dat moment persweeën. De eerste keer dat zij op de bel drukt komt er niemand, sterker nog; er wordt niet gereageerd. Wanneer er voor de 2e keer om hulp wordt gebeld, komt de verpleegkundige. Zij komt aangelopen en zegt tegen de vrouw: “Er zijn nog meer mensen in het ziekenhuis, U bent niet de enige”.

Wachten

Dit wachten op de verpleegkundige voelde als een eeuwigheid, terwijl het misschien niet langer dan een kwartier duurde. Zowel de arts als de verpleegkundige blijven bij de vlotte bevalling, waarbij de vrouw moet worden ingeknipt. Om 14.00 uur wordt haar zoon geboren. Hij wordt bij haar op de buik gelegd. Haar man heeft ook hun zoon vastgehad. Het jongetje wordt gewogen en krijgt alle zorg die een pasgeborene behoort te krijgen.

Trek

De vrouw wordt gedoucht op bevallingskamer. Daarna wordt zij vervoerd naar de kraamafdeling, waar de pas bevallen moeder rond 16.30 uur 2 a 3 kopjes thee krijgt. De eetronde is al geweest of wellicht nog bezig, want een partner van een andere patiënt zit te eten. Vermoedelijk is deze maaltijd waarschijnlijk uit het restaurant gehaald. Er komt daarna geen verpleegkundige of iemand anders meer bij de vrouw langs. Haar echtgenoot is naar huis gegaan om hun dochter en de oma van de pasgeborene op te halen. Om 19.00 uur heeft de vrouw nog geen eten gehad. Zij besluit te bellen. “Misschien kunnen we nog iets regelen” wordt er gezegd. Om 20.00 uur komt er kip met rijst. De vrouw is echter dan al zo vermoeid van de bevalling, dat zij maar de helft van de maaltijd kan opeten.

Verschoond

Om 24.00 uur belt de vrouw voor een schone luier voor haar zoontje. Zij wil hem ook de borst gaan geven. Beiden moeten zij nog een nachtje in het ziekenhuis blijven, omdat de baby in het vruchtwater had gepoept. De verpleegkundige neemt het kleine kind mee naar de wiegjeskamer en doet na 3 minuten de wiegjeskamer op slot. De pas bevallen moeder ziet door het raam van deze wiegjeskamer, dat de nachtverpleegkundige haar pink in het mondje van haar zoon steekt. En dat terwijl de vrouw even daarvoor een geur van sigarettenrook rondom de nachtverpleegkundige had bespeurd. Gezien de intensiteit van de geur was het vermoeden dat de verpleegkundige kort tevoren had gerookt. De moeder klopt op de deur en geeft aan dat dit de bedoeling niet is. Zij is met stomheid geslagen. De vrouw verwachtte niet dat haar kindje weggehaald zou worden, maar op de verschoontafel direct naast haar bed een nieuwe luier zou krijgen.

Meegevertje

De vrouw heeft een vlotte bevalling van een gezonde zoon. Toch blijft er een vervelend gevoel bij de vrouw hangen. Allereerst was de vrouw op het moment van het begin van persweeën alleen. Het duurde een poosje voordat er iemand kwam en het was onduidelijk wanneer de arts zou terugkomen. Ook had de verpleegkundige zo maar haar zoon meegenomen en haar vinger in zijn mond gestopt, terwijl de vrouw graag borstvoeding wilde (gaan) geven. De vrouw heeft op het moment dat haar kind werd meegenomen gedacht, dat het een misverstand was.

De vrouw geeft aan dat het niet komen van de gynaecoloog niet te voorkomen was geweest. Er zijn omstandigheden dat een arts niet zo snel kan komen als dat je als patiënt zou wensen. Wel had de vrouw graag gehoord, wat de arts aan het doen was en hoe lang het zou duren voordat deze kwam.

Maar het ergst vond de vrouw het, dat zij geen eten had gekregen. Juist omdat dit te voorkomen was geweest. Als je je inleeft in de situatie van een pas bevallen vrouw moet je als verpleegkundige op de verlosafdeling kunnen invoelen dat een pas bevallen moeder trek heeft na zo’n lange dag. De vrouw had aangegeven dat zij s ’morgens thuis had gebraakt. Tijdens lunchtijd begon de geboorte van haar zoon en had zij ook niets kunnen eten.

Deze patiënte had niet de keuze om thuis te bevallen of zelf haar verloskundige te kiezen zoals bij een gezonde zwangerschap. Het was zondag in het ziekenhuis en dat merkte de vrouw. Het was de eerste natuurlijke bevalling van de vrouw, een spannende gebeurtenis. Het is goed te realiseren dat een tweede bevalling, ook de eerste vaginale bevalling kan zijn, wat onzekerheid en spanning met zich meebrengt.

De beschreven momenten zijn op zichzelf staande gebeurtenissen, maar bij elkaar voelde het niet veilig voor de moeder. “Je bent niet meer in control, terwijl het jouw kind is”. In een evaluatiegesprek heeft de vrouw deze ervaringen met een (andere) gynaecoloog besproken en zou die gynaecoloog dit opnemen met betreffende afdeling.